Nine, Sanne, Roos, Lisa en Jente
Sprong
Je maakt 2 sprongen. Deze mogen hetzelfde of verschillend zijn:
Plankoline, lage kast, dikke mat:
– overslag (+).
– arabier (basis)
Brug
Oefening: Borstwaartsom met 2 benen, hoge opzwaai, buikdraai, ophurken, 2 zwaaien maken, achter neerspringen.
– Borstwaartsom met 2 benen (basis)
– Borstwaartsom met 1 been (-)
– hoge opzwaai (basis)
– hoge opzwaai horizontaal (+)
– ophurken (basis)
– 1 been overheffen tot zit en opklimmen (-)
– zwaaien (basis)
– zwaaien tot horizontaal (+)
Het moeilijkste is achter elkaar door turnen, zonder de stopjes!
Balk
Start in het midden van de balk, draai naar de dikke mat.
Oefening: Opsprong, spreidhoeksteun, hurkzit ga staan. Arabesque, beenzwaai voor, passé, halve pirouette, developpé, pique. Radslag/koprol halve draai in hurkzit. Tendu, sprongetjes. Beenzwaai tot kniezit en terug via tenen tot op platte voet, tenenstand, tendu achter met rechts. Beenzwaai L, beenzwaai R gelijk door in handstand. Assemblé, tenen, halve draai. Arabesque, fouétédraai, squat, tenen, armen draaien, terug naar squat. Afsprong.
Opsprong:
– overhurken tot hoeksteun (basis)
– opspreiden, uitschuiven tot split (+) Buik moet balk raken!
– koprol tot zit op de balk (-)
– koprol tot hurkzit (basis)
– radslag (+)
– kattesprong-streksprong (-)
– sisonne-kattesprong (basis)
– loopsprong-kattesprong (+)
– Lage handstand of spagaathandstand (-)
– Bijna rechte handstand of spagaathandstand (basis)
– handstand of spagaathandstand rechtop (+)
Je hoeft niet zo lang als op de filmpjes te blijven staan.
Afsprong:
– arabier (-)
– overslag (basis)
– salto voorover (+)
Vloer
Oefening: Start. Stap-loopsprong-kattesprong-streksprong. 3 passen op je tenen, tendu, handstanddoorrol. Kaars, ruglig, ene been opzwaaien en terug, andere been opzwaaien, rol om tot schredezit/spagaat. Ga staan, koprol achterover, vanuit stand bruggetje/spagaathandstand. Sprongetjes, 3 developpé passen, halve pirouette, einde.
Start:
– aanloop radslag (tussenhup) arabier kaats (basis). Een tussenhup mag, hoeft niet.
– aanloop overslag kaats met/zonder plank, halve draai (+)
– aanloop loopoverslag-radslag (mag met plank)(+)
– handstand doorrol (basis)
– handstand (2 tellen blijven staan) doorrol (+)
– draai om tot schredezit (basis)
– draai om tot spagaat (+)
– koprol achterover met rechte armen tot hurkzit (basis)
– met rechte armen tot ligsteun (+)
– ruglig, bruggetje uitduwen, halve draai tot buiklig, uitduwen tot ligsteun (basis)
– spagaathandstand (basis)
– Vanuit stand bruggetje achterover, ruglig, halve draai tot buiklig, uitduwen tot ligsteun (+)
– streksprong hele draai (basis)
– streksprong hele draai ene kant op, streksprong hele draai andere kant op (+)
– streksprong halve draai ene kant op, streksprong halve draai andere kant op (-)
– Einde: (aanloop) radslag tussenhup radslag (basis)
– Einde: (aanloop) radslag, tussenhup radslag 1 arm (+)